Het Spoorwegmuseum organiseert in het kader van de Vrede van Utrecht een grote internationale tentoonstelling over de trein in oorlogstijd: Sporen naar het front. Onderdeel van deze tentoonstelling zijn de spoorlijnen die om logistiek militaire redenen werden aangelegd, waaronder de Birma-Siam spoorlijn. Fotograaf Raoul Kramer reisde naar Birma en Thailand en fotografeerde de overblijfselen van de Birma-Siam spoorweg en laat deze foto’s van 25 juni t/m 1 september zien in Het Spoorwegmuseum in Utrecht.

Raoul Kramer (1978) is een derde generatie Indo wiens opa als dwangarbeider werkte aan de beruchte Birma-Siam spoorlijn. Geïnspireerd door de verhalen van zijn opa gaat Raoul Kramer op zoek naar de overblijfselen van die beruchte spoorlijn. De zoektocht resulteerde in het boek ‘Lost track, een zoektocht langs de Birma-Thailand Spoorweg 65 jaar later’. Met de verhalen van zijn opa in het hoofd is het als het ware een reis terug in de tijd. In Het Spoorwegmuseum toont hij op grote panelen een reeks foto’s uit deze serie. Een paar heuvels, een rotswand, een stuk bos, op het eerste gezicht lijkt het een nietszeggend beeld. Maar met het bijbehorende verhaal kijk je plotseling met hele andere ogen. Sommige delen van de spoorlijn zijn nog in gebruik, andere delen zijn nauwelijks meer zichtbaar. Er zijn foto’s waar de spoorlijn tastbaar is, door een bout die uit de grond steekt, of een trein die over de rails rijdt. De meeste foto’s zijn echter indirecte afbeeldingen van de spoorlijn. Bijvoorbeeld het beeld van een bomkrater, veroorzaakt door bombardementen die een spoorbrug hebben vernietigd. Met het boek en de fototentoonstelling heeft Raoul Kramer op een treffende manier de gevolgen van de spoorlijn in beeld gebracht. Niet alleen op het landschap, ook op de mensen. Het is een serie die duidelijk de persoonlijke betrokkenheid van een fotograaf bij zijn onderwerp laat zien.

In 2013 is het 70 jaar geleden dat de Birma-Siam spoorlijn gereed kwam. Deze 415 kilometer lange ‘dodenspoorlijn’ werd op initiatief van de Japanners in de Tweede Wereldoorlog aangelegd als logistieke verbinding om Birma te kunnen bevoorraden. De spoorlijn werd tussen september 1942 en december 1943 in 16 maanden aangelegd, waarbij de Japanners op grote schaal gebruik maakten van dwangarbeid. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders, vandaar de uitdrukking: onder elke biels ligt een dode. Aan dit project hebben ongeveer 178.000 Aziatische dwangarbeiders en 61.811 krijgsgevangenen gewerkt (waaronder ca. 18.000 Nederlanders). Meer dan 99.000 mensen stierven door uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen waren 2.782 Nederlanders.

De tentoonstelling ‘Sporen van het verleden – De Birma-Siam spoorweg’ wordt georganiseerd in samenwerking met de Stichting Herdenking Birma-Siam spoorweg en Pakan Baroe spoorweg (www.shbss.nl) en bestaat uit 16 panelen met foto’s gemaakt door Raoul Kramer. De fototentoonstelling is te zien van 25 juni t/m 1 september op het buitenterrein van Het Spoorwegmuseum te Utrecht. Het museum organiseert rond dit thema in de maand juli ook enkele lezingen.

‘Sporen van het verleden – De Birma-Siam spoorweg’
25 juni t/m 1 september 2013
Het Spoorwegmuseum, Utrecht

Redacteur